Om goed te kunnen schoonspringen moet je veel trainen. Niet alleen in het water maar ook op het droge. In de beginfase train je één a twee keer in de week. In de jaren daarna breidt dit zich uit. Mocht je heel goed worden en in de Nederlandse selectie komen, train je ongeveer 20 uur per week. Dan beoefen je de sport echt op topsportniveau.
In de eerste jaren leer je vooral veel techniek aan. Zo leer je hoe je goed de figuren kunt maken en hoe je in het water duikt. De trainingen zijn veelzijdig om naast techniek ook veel plezier te hebben.
Wanneer je de basis beheerst, kan je meedoen aan wedstrijden. Nu zullen de trainingen wat zwaarder en gevarieerder worden. Je werkt aan je conditie, lenigheid, kracht, techniek en je leert om wedstrijden te springen. Dit is het echte schoonspringen.